De Belastingrente is de afgelopen jaren steeds verder gestegen. Per 1 januari 2024 bedraagt de belastingrente voor de vennootschapsbelasting 10% en voor de overige belastingen (waaronder inkomstenbelasting) 7,5%. Ter vergelijking in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 was dit 8% voor de vennootschapsbelasting en 6% voor de overige belastingen. Inmiddels is er met succes hoger beroep aangetekend tegen de in rekening gebrachte belastingrente bij de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting.

Beroep bij de rechtbank

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 7 november 2024 (ECLI:NL:RBNNE:2024:4361) een interessante uitspraak gedaan in een zaak over de belastingrente van 8% die is berekend op een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de in rekening gebrachte belastingrente in strijd is met de algemene rechtsbeginselen, meer concreet het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank Noord-Nederland is hiermee van mening dat duidelijke, aanzienlijke nadelige gevolgen voor belanghebbende onevenredig zijn in verhouding tot de regel te dienen onduidelijke doelen. De rechtbank heeft hierbij beslist dat de rente berekend moet worden naar een tarief van 4%.

Kanttekening is dat de verwachting bestaat dat de Belastingdienst in hoger beroep zal gaan tegen deze uitspraak.

Bezwaar tegen belastingrente

Naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank is het advies bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag inkomsten-, erf- en vennootschapsbelasting, indien belastingrente in rekening is gebracht. Echter, wanneer op een voorlopige aanslag de belastingrente reeds in rekening is gebracht, dient u niet te wachten tot de definitieve aanslag. U kunt dan een herzieningsverzoek van de voorlopige aanslag indienen met betrekking tot de belastingrente. De verwachting is dat dit verzoek wordt afgewezen. De beschikking van afwijzing is echter voor bezwaar vatbaar.

Voorkomen belastingrente

Om discussie over de hoogte van de belastingrente te voorkomen is het advies tijdig een (wijziging van de) voorlopige aanslag aan te vragen. Indien een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2024 voor 1 mei 2025 is aangevraagd wordt geen belastingrente in rekening gebracht. Bij de erfbelasting dient de voorlopige aanslag binnen 8 maanden na datum van overlijden te zijn aangevraagd voor de voorkoming van te betalen belastingrente. Voor de vennootschapsbelasting dient een juiste voorlopige aanslag 2024 vóór 1 juni 2025 ingediend te zijn ter voorkoming van belastingrente.

Voor de volledigheid merken wij hierbij op dat de voorlopige aanslag tegen de juiste hoogte moet zijn aangevraagd. Indien bij de definitieve aanslag blijkt dat er meer belasting verschuldigd is dan op de voorlopige aanslag is afgedragen, wordt over het extra te betalen bedrag nog wél belastingrente in rekening gebracht.

Heeft u vragen over dit onderwerp neem dan contact met ons op.

Terug naar overzicht