De Noodmaatregel voor Overbrugging van Werkgelegenheid (NOW) verklaard

10 juli, 2020 – Jan de Vries

Het kabinet wil de werkgelegenheid beschermen tijdens de coronacrisis. Daarom is de loontegemoetkomingsregeling NOW sinds maart 2020 onderdeel van het economisch noodpakket. Werkgevers met een omzetverlies van minimaal 20 %, kunnen een tegemoetkoming aanvragen in loonkosten, zodat ze hun personeel kunnen doorbetalen. Inmiddels is de regeling verlengd met 3 maanden en kan over de periode juni, juli en augustus 2020 ook tegemoetkoming worden aangevraagd. 

De NOW in het kort 

De NOW is bedoeld om werkgevers die te maken hebben met omzetverlies tegemoet te komen in loonkosten. Hierdoor kunnen werkgevers hun werknemers met een vast of flexibel contract doorbetalen. U krijgt van UWV een voorschot. 

Bedrijven die gedurende 3 maanden ten minste 20% omzetverlies lijden, kunnen met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 een tegemoetkoming van maximaal 90% van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Ook bij omzetverlies door andere oorzaken dan de uitbraak van het coronavirus kunt u gebruik maken van de NOW-regeling.

De Noodmaatregel voor Overbrugging van Werkgelegenheid kunnen we in het kort als volgt samenvatten: 

  • Het betreft een tijdelijke tegemoetkoming in de loonkosten van maximaal 90% van de loonkosten (afhankelijk van de omvang van het omzetverlies vanaf 1 maart 2020). Het omzetverlies dient minimaal 20% te bedragen.
  • Het UWV zal een voorschot verstrekken van 80% van de gevraagde tegemoetkoming.
  • De regeling gaat in per 1 maart en kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd.

Wat zijn de laatste wijzigingen in de NOW-regeling bij noodpakket 1 en 2? 

Om zoveel mogelijk bedrijven snel te bereiken, is de regeling generiek. Niettemin probeert het kabinet waar het kan oplossingen te vinden voor bedrijven die tussen wal en schip dreigen te vallen en drempels weg te nemen in de NOW zodat meer getroffen bedrijven bereikt kunnen worden. Met een wijziging van de huidige NOW-regeling (NOW 1.0) en in de verlenging van de NOW-regeling (NOW 2.0) tijdens de komende maanden, komen er onder meer wijzigingen voor seizoensbedrijven, bij bedrijfsovernames en voor bedrijven die in januari een loonsom van € 0,- hadden. 

De NOW 2.0 levert ook een bijdrage aan andere kosten dan de loonkosten. De vaste (forfaitaire) opslag wordt verhoogd van 30 naar 40 %. De referentiemaand voor de loonsom wordt maart 2020. Maar ook in de NOW 1.0 kan de maand maart 2020 als uitgangspunt genomen worden als de loonsom in de maanden maart t/m mei hoger is dan in januari t/m maart (wijziging voor seizoensbedrijven). Verder mag een bedrijf dat gebruik maakt van de NOW over dit jaar geen winstuitkering aan aandeelhouders voldoen, geen bonussen aan het bestuur en de directie uitkeren en geen eigen aandelen inkopen. 

Om banen te behouden wil het kabinet bedrijven de mogelijkheid geven zich aan te passen aan de veranderde economische realiteit. De korting op de subsidie bij bedrijfseconomisch ontslag blijft, maar gaat van 150% naar 100% van de loonsom. Maar om misbruik te voorkomen, zijn er aanvullende voorwaarden voor bedrijven die meer dan 20 mensen willen ontslaan. Bedrijven dienen overeenstemming te bereiken met de vakbond of personeelsvertegenwoordiging als zij voor meer dan 20 medewerkers bedrijfseconomisch ontslag willen aanvragen. Gebeurt dit niet, dan kunnen bedrijven 5% worden gekort op het subsidiebedrag.  Wergevers worden ook verplicht hun werknemers te stimuleren om aan om- en bijscholing te doen. 

Voor u als ondernemer is het juist nu goed om kritisch te kijken naar uw personeelsbezetting. Wij helpen u graag bij het reorganiseren en nadenken over de juiste bezetting. Neem vrijblijvend contact met ons op via 0318 - 58 73 73. 

NOW 1.0 is aan te vragen tot en met 5 juni. NOW 2.0 is aan te vragen vanaf 6 juli en loopt over de maanden juni, juli, augustus en september. De informatie op deze pagina is grotendeels gebasseerd op de regelgeving van de NOW 1.0. Zodra meer bekend is over de uitwerking van de NOW 2.0, zullen we de informatie uiteraard bijwerken. 

Accountantsverklaring
Het kabinet had eerder besloten om bij het definitief vaststellen van de NOW-subsidie in bepaalde gevallen een accountantsverklaring verplicht te stellen. Om te bepalen voor welke organisaties dat van toepassing is, zijn nu twee grenzen vastgesteld. Voor de NOW zal de accountantsverklaring verplicht gesteld worden voor bedrijven die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van € 100.000,- of meer. Om te voorkomen dat een aanvragen een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is da € 125.000,-, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vastgestelde subsidie van € 125.000,- of meer een accountantsverklaring vereist. Bedrijven en instellingen die een voorschot van minder dan € 100.000,- hebben ontvangen, zullen zelf moeten inschatten of de subsidie op € 125.000,- of meer zal worden vastgesteld, waardoor zij ook een accountantsverklaring nodig hebben. 

Let wel; in situaties waarin geen accountantsverklaring nodig is, zal wel controle plaatsvinden. Als werkgever bent u verantwoordelijk voor de informatie die u bij de aanvraag en de vaststelling van de subsidie verstrekt. U administratie dient dan ook goed controleerbaar te zijn. 
Daarnaast zal, als geen accountantsverklaring overlegd hoeft te worden, bij het verzoek om vaststelling van een subsidie met een voorschot boven de € 20.000,- of een vaststellingsbedrag boven de € 25.000,- een verklaring van een derde (administratiekantoor, brancheorganisatie of uw accountant) overlegd moeten worden die de omzetdaling bevestigd. 

Heeft u hulp of advies nodig? Of heeft u een accountantsverklaring nodig? Wij helpen u graag! Neem contact met ons op voor meer informatie: 0318 - 58 73 73. 

 

De meest gestelde vragen door werkgevers over de NOW: 

Wanneer kom ik in aanmerking voor loonkostensubsidie uit hoofde van de NOW?

De loonkostensubsidie wordt verstrekt als een werkgever minimaal 20% omzetverlies verwacht over een periode van drie maanden. Tijdens de periode waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd, kan geen ontslag worden aangevraagd voor de betreffende werknemer. De omzet over die periode van drie maanden wordt vergeleken met 25% van de omzet over 2019, om de omzetdaling te berekenen. Bij de NOW 2.0 wordt maart de referentiemaand. 

Vanaf 6 april 2020 kan de aanvraag worden ingediend. Het UWV streeft ernaar om binnen 2 tot 4 weken een voorschot op de subsidie uit te keren. Eén en ander is afhankelijk van hoeveel aanvragen tegelijk binnenkomen.

Het aangiftetijdvak van het eerste pakket wordt verlengd van 31 mei naar 5 juni 2020. Dit houdt verband met twee nieuwe mogelijkheden die zijn opgenomen: de mogelijkheid om voor de berekening van de loonsom ook te kijken naar de maanden maart, april en mei en de mogelijkheid om bij een overgang van onderneming de omzet op een afwijkende manier te bepalen. Hierdoor kunnen werkgevers die in eerste instantie niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming, mogelijk alsnog een aanvraag doen. De wijzigingen gelden met terugwerkende kracht, vanaf het moment van verzending van de brief. 

Hoe hoog is de subsidie?

De hoogte van de tegemoetkoming in loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet.

Werkgevers kunnen bij een omzetverlies van minimaal 20% een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten van maximaal 90%. Bij een omzetverlies van 100% is dat 90%, bij bijvoorbeeld 50% wordt het 45% van de totale loonsom. Voorwaarde hiervoor is dat u uw medewerkers hun reguliere salaris blijft doorbetalen en dat er tijdens de periode dat er subsidie wordt ontvangen geen aanvraag wordt gedaan voor ontslag om bedrijfseconomische redenen. 

De aanvraag moet u indienen bij het UWV, dat u een voorschot verstrekt van 80% van de te verwachten tegemoetkoming.

Hoe wordt dit berekend? 

De omzetdaling wordt bepaald door de referentieomzet (1/4 van de omzet 2019) te vergelijken met de omzet gedurende de meetperiode in 2020. Als meetperiode heeft u de volgende mogelijkheden: maart t/m mei, april t/m juni of mei t/m juli. U zult dus moeten schatten over welke periode de omzet het laagst is. Deze keuze moet bij de aanvraag van de NOW door u zijn gemaakt. Uiteraard kunnen wij u hierbij helpen. 

De subsidie wordt als volgt bepaald: loon januari x 3 x 1,3 x 0,9 x omzetdaling. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt tussen de driemaal de loonsom van januari en de som van de lonen van maart tot en met mei 2020. De factor 1,3 strekt tot compensatie van aanvullende lasten en kosten, zoals werkgeverslasten, pensioenpremie en opbouw van vakantietoeslag.

Een voorbeeld: Een BV had in januari een loonsom van € 72.000. De jaaromzet van deze BV bedroeg in 2019 2 mio. Het geschatte omzetverlies over de periode 1 maart tot en met 31 mei 2020 is 60% (afgezet tegen de cumulatieve omzet van 2019 (2 mio) gedeeld door 4). Er is dan recht op de volgende subsidie: € 72.000 * 3 * 1,3 * 0,9 * 60% = € 151.632 over de periode van 3 maanden. Dit komt neer op € 50.544 per maand. 

Wanneer er sprake is van een concern, wordt de omzet voor het concern als geheel vastgesteld.  

Een voorbeeld: Een concern bestaat uit 3 vennootschappen: een holding BV 1, een horecaonderneming BV 2 en een uitzendbureau BV 3. De holding heeft geen personeel in dienst, BV 2 had in januari een loonsom van € 100.000 en BV 3 een loonsom van € 600.000. De jaaromzet van BV 2 bedroeg in 2019 3 mio, van BV 3 was dat 15 mio. Het geschatte omzetverlies over de beide BV’s tezamen is over het tijdvak 1 maart tot en met 31 mei 2020 gemiddeld 40% (afgezet tegen de cumulatieve omzet van 2019 (18 mio) gedeeld door 4). 

BV 2 en BV 3 hebben gezamenlijk recht op de volgende subsidie: € 700.000 * 3 * 1.3 * 0,9 * 40% = € 982.800 over de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020, wat neerkomt op € 327.600 per maand.

Werknemer met loon hoger dan € 9.538,- 
Als een werknemer meer verdient dan een sv-loon van € 9.538,- per maand, telt zijn loon boven dat bedrag niet mee voor de berekening. 

Wat is de omvang van het voorschot?

Het UWV verstrekt een voorschot voor de subsidie ter hoogte van 80% van het verwachte subsidiebedrag, te betalen in ten hoogste drie termijnen. Het UWV streeft ernaar om de eerste voorschotten binnen twee tot vier weken na een volledige subsidieaanvraag uit te betalen. De definitieve vaststelling vindt achteraf plaats, waarbij verrekening met het reeds betaalde voorschot plaatsvindt.

Wanneer ontvang ik het voorschot?

Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken om te bepalen of een werkgever in aanmerking komt voor een voorschot, maar zij hebben vooralsnog te kennen gegeven te verwachten dat er binnen 2 tot 4 weken na het doen van een aanvraag al een voorschot kan worden uitbetaald. 

Hoe wordt de subsidie definitief vastgesteld?

Om de subsidie definitief te laten vaststellen, moet een aanvraag tot subsidievaststelling worden ingediend. Deze aanvraag moet worden ingediend binnen 24 weken na afloop van het tijdvak dat is opgegeven voor de berekening van de omzetdaling. Hiervoor zal een online formulier ter beschikking worden gesteld.

Binnen 22 weken na indiening van de definitieve stukken dient UWV te hebben besloten over de definitieve vaststelling van de subsidie.

De definitieve subsidieomvang wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijke gerealiseerde omzetverlies. Daarnaast vindt een correctie plaats als de loonsommen van 1 maart tot en met 31 mei 2020 lager zijn dan de loonsom in januari 2020 (de referentiemaand). Het voorgaande kan betekenen dat de werkgever nog een aanvullend subsidiebedrag ontvangt, bijvoorbeeld als het daadwerkelijke omzetverlies over het aangevraagde tijdvak toch zwaarder was dan het verwachte omzetverlies. Ook kan dit betekenen dat de werkgever een bedrag moet terugbetalen, bijvoorbeeld als het gerealiseerde omzetverlies minder was dan verwacht of als de daadwerkelijke loonsom lager is dan in januari 2020.

Welke werknemers vallen onder de NOW?

De NOW is een subsidie voor loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen in Nederland. Werkenden met een fictieve dienstbetrekking vallen daarmee ook onder de reikwijdte van de NOW, maar niet-verzekerde en vrijwillig verzekerde DGA’s niet.

De regeling geldt ook voor werknemers met een flexibel contract. Hieronder vallen ook werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsplicht geldt, zoals werknemers met een nulurencontract. Werknemers die niet in Nederland verzekerd zijn (dus geen Nederlands SV-loon hebben) vallen niet onder de regeling.

Hoe wordt het omzetverlies berekend?

De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een  periode van drie aaneengesloten kalendermaanden. De onderneming mag kiezen wanneer deze periode aanvangt: op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Deze periode van drie aaneengesloten kalendermaanden waarin de (verwachte) omzetdaling zich voordoet, hoeft (dus) niet parallel te lopen met de periode waarover subsidie wordt ontvangen.

De omzet in de meetperiode van drie maanden (de referentie-omzet) wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door 4. Zo wordt het (verwachte) omzetverlies vastgesteld. Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, geldt een afwijkende omzetbepaling.

Worden ook andere kosten, zoals vakantietoeslag en pensioenpremie gecompenseerd? 

Ja, hiervoor wordt een vast percentage van 30 % gehanteerd. In de NOW 2.0 wordt dit percentage verhoogd naar 40 %. De factor is een forfaitaire opslag om de loonkosten te corrigeren voor de verschillende kosten die een werkgever heeft. De loonsom bestaat immers uit loon waarover loonbelasting en premie volksverzekering wordt afgedragen. Daarnaast heeft u als werkgever te maken met andere lasten, zoals pensioenpremies, premies werknemersverzekeringen en een reservering voor het uitbetalen van vakantiegeld.  

Wordt het omzetverlies per vennootschap bezien, of per concern?

Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de verwachte omzetdaling op het niveau van de natuurlijke of rechtspersoon. Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen, geldt de omzetdaling op concernniveau.

De vereiste omzetdaling van ten minste 20% wordt berekend per concern. De subsidieaanvraag vindt echter plaats per loonheffingennummer, waarbij ook de gegevens van het concern verstrekt moeten worden. De verwachte omzetdaling is voor alle loonheffingennummers van een werkgever, dan wel alle groepsonderdelen van een groep gezamenlijk, gelijk.

Belangrijke aanpassing
De concernbepaling is inmiddels aangepast, in het belang van behoud van de werkgelegenheid. Concerns met minder dan 20% omzetverlies kunnen van een afwijkingsmogelijkheid gebruik maken. Daardoor kunnen zij toch voor individuele werkmaatschappijen NOW-subsidie aanvragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij. Voor concerns die wel een omzetdaling van minimaal 20% hebben, geldt de afwijkingsmogelijkheid niet. 

Aan de afwijkingsmogelijkheid voor concerns worden de volgende extra voorwaarden verbonden: 

  • De werkmaatschappij moet een eigen rechtspersoonlijkheid hebben.
  • Het concern moet verklaren over 2020 geen dividend of bonussen uit te keren of eigen aandelen terug te kopen tot en met de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld.
  • De werkmaatschappij (de werkgever) moet een overeenkomst met de betrokken vakbonden of de personeelsvertegenwoordiging hebben over werkbehoud bij de werkmaatschappij. 
  • Het concern mag geen gebruik maken van personeel-BV's.
  • De accountant moet controleren dat binnen het concern niet geschoven wordt met omzet, personeel, interne doorbelastingen (transfer pricing) en voorraad gereed product, met als doe de NOW-subsidie te maximaliseren. in de nog uit te werken standaarden van accountants wordt dit nog nader gedefinieerd. 

Heeft u hulp nodig? Neem dan gerust contact met ons op. 

Wat wordt exact onder ‘omzet’ verstaan?

Het gaat hier om de netto-omzet, conform het jaarrekeningenrecht (art. 2:377 lid 6 BW), gecorrigeerd voor de in de winst-en-verliesrekening verantwoorde wijziging in onderhanden projecten en bepaald op basis van grondslagen en detailtoepassingen die consistent zijn met de grondslagen en detailtoepassingen zoals deze door de werkgever zijn gehanteerd in de laatste voor 1 maart 2020 vastgestelde jaarrekening.

Alle baten die voortkomen uit de uitvoering van normale activiteiten van een organisatie, ook als deze gewoonlijk met een andere term dan omzet (zoals: subsidies) worden aangeduid, vallen onder omzet in de zin van de regeling. 

Over welke periode moet de omzetdaling worden aangetoond?

Werkgevers kunnen kiezen of ze de (verwachte) omzetdaling gebruiken over de meetperiode van drie maanden, startend op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Het moet daarbij steeds over een periode van 3 aaneengesloten maanden gaan. Let op: deze periode moet bij de aanvraag worden gekozen en kan niet meer achteraf worden gewijzigd.

Moet ik aantonen dat het omzetverlies een gevolg is van de coronacrisis?

Nee. De regeling heeft weliswaar ten doel om ondernemers hiervoor te compenseren, maar de subsidie wordt ook verstrekt aan ondernemingen die om andere redenen in slecht weer verkeren. De minister heeft ondernemers wel uitdrukkelijk verzocht geen misbruik van de regeling te maken, omdat het een noodmaatregel betreft die ten doel heeft noodlijdende ondernemingen en hun werknemers in deze crisis te ondersteunen. 

Hoe dien je een subsidieaanvraag in?

Een aanvraag kan vanaf 6 april 2020 worden ingediend via een formulier op de website van UWV. In de aanvraag moeten in ieder geval de volgende gegevens staan: 

  • de verwachte omzetdaling uitgedrukt in hele procenten, afgerond naar boven;
  • in welke aaneengesloten kalendermaanden binnen de periode van 1 maart tot en met 31 juli een omzetdaling wordt verwacht;
  • het loonheffingennummer van de rechtspersoon;
  • het rekeningnummer waarop de werkgever betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt;
  • indien reeds een wtv-aanvraag is ingediend, het dossiernummer van de aanvraag;
  • Indien de werkgever onderdeel is van een groep of meerdere loonheffingennummers heeft, dient de verwachte omzetdaling in percentages voor alle rechtspersonen en vennootschappen binnen de groep of loonheffingennummers gelijk te zijn. Ook dient de periode waarover de omzetdaling verwacht wordt (dus de gekozen periode van drie aaneengesloten maanden), gelijk te zijn.

Hoe lang duurt de maatregel?

De maatregel is in eerste instantie bedoeld voor een periode van drie maanden, maar wordt nu dus verlengd met een tweede periode van drie maanden. In de regeling werd al het voorbehoud gemaakt dat er andere (aanvullende) voorwaarden kunnen gelden, om voor subsidie in de tweede tranche in aanmerking te komen. 

Wij betalen ons personeel per 4 weken, niet per maand. Hoe gaat het UWV daarmee om?

In dit geval moet het loon worden omgerekend naar het loon over een maand, door het 4-weekse loon te verhogen met 8,33%. Het loon over het derde tot en met het vijfde vierwekentijdvak van 2020 wordt als uitgangspunt genomen. 

Voor onze onderneming is eerder een aanvraag voor werktijdverkorting ingediend. Wat gebeurt daarmee?

Alle aanvragen die zijn ingediend vóór 17 maart 2020 om 18.45 uur, worden aangemerkt als aanvraag voor de NOW. Uw onderneming ontvangt van het UWV een verzoek om aanvullende informatie. Ondernemingen die eerder een aanvraag indienden voor werktijdverkorting krijgen geen voorrang bij de beoordeling van hun NOW subsidieaanvraag.

Eerder zei minister Koolmees dat we geen personeel mochten ontslaan op bedrijfseconomische gronden. Wat valt er in de regeling onder dat “bedrijfseconomisch ontslag”?

De minister roept werkgevers op om de loonsom zo veel mogelijk gelijk te houden en (dus) niemand naar huis te sturen. De sanctie voor ontslagen op bedrijfseconomische gronden geldt echter uitsluitend voor verzoeken die gedaan zijn vanaf 18 maart 2020 aan UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen op bedrijfseconomische gronden (art. 7:669 lid 3 sub a BW), gedurende het tijdvak waarvoor subsidie is verleend.

Wat is de sanctie als ik toch personeel ontsla?

Dat ligt eraan. Als vanaf 18 maart 2020 ontslag is of wordt aangevraagd bij UWV op bedrijfseconomische gronden (de zogenoemde ‘a-grond’) en deze aanvraag niet tijdig is ingetrokken, dan volgt een sanctie. Andere vormen van ‘ontslag’, zoals het niet-verlengen van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, proeftijdontslag of beëindiging met wederzijds goedvinden (de beëindigingsovereenkomst) worden niet bestraft. Wel zal als gevolg hiervan de daadwerkelijke loonsom dalen ten opzichte van het referteloon in januari 2020, waardoor ook de subsidie daalt.

Als toch een werknemer ontslagen wordt op bedrijfseconomische gronden, heeft dat consequenties voor de hoogte van de loonsom waar de subsidie op gebaseerd wordt. Het loon van de ontslagen werknemer wordt allereerst vastgesteld en vervolgens vermeerderd met 50%. Dat hogere bedrag wordt in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke subsidie wordt gebaseerd.

Kan mijn aanvraag voor de NOW ook geweigerd worden?

Ja. De aanvraag wordt geweigerd als: 

  • niet of onvoldoende aannemelijk is dat de omzetdaling ‘van de betreffende werkgever’ minimaal 20% zal zijn;
  • het opgegeven rekeningnummer niet klopt;
  • geen loongegevens beschikbaar zijn voor januari 2020 of november 2019.

Welke verplichtingen gelden er na toekenning van NOW?

  • de werkgever is verplicht de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden;
  • de werkgever doet na 18 maart geen verzoek bij UWV voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen in de zin van art. 7:669 lid 3 sub a BW;
  • subsidie wordt uitsluitend aangewend voor de betaling van loonkosten;
  • de OR of PVT wordt geïnformeerd over de subsidieverlening. Bij het ontbreken hiervan worden de werknemers geïnformeerd;
  • er wordt een zodanig controleerbare administratie gevoerd dat alle van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan tot 5 jaar na toekenning subsidie;
  • de werkgever doet loonaangifte op de voorgeschreven momenten;
  • omstandigheden die van belang zijn voor een beslissing tot intrekking, wijziging of vaststelling van de subsidie worden onverwijld gemeld;
  • indien een loonkostensubsidie Participatiewet is verleend, wordt het college van B&W geïnformeerd over de subsidie voor NOW;
  • tot 5 jaar na vaststelling van de subsidie verstrekt werkgever desgevraagd de benodigde informatie voor de subsidie.

Kan de regeling nog wijzigen?

De werking van de regeling wordt - in relatie tot het doel - de komende tijd gemonitord en de uitvoeringspraktijk kan aanleiding geven om de subsidievoorwaarden aan te passen. 

Vragen?

Heeft u nog andere vragen over de NOW? Wij helpen u graag verder. Bel ons op 0318-587373 of vul het contactformulier in. 


Terug naar overzicht